Op pad met de juiste schoenen: waarop letten bij de aankoop van nieuw schoeisel

De schoenen zijn het belangrijkste aspect bij het wandelen. Ze dienen er niet enkel voor je voeten te beschermen tegen allerhande kwetsuren die je zou kunnen oplopen, maar ook om comfortabel te wandelen in alle omstandigheden en voorzien je van extra grip en vering bij het stappen. Zonder het juiste schoeisel kan een wandelpad een echte lijdensweg worden en dat moet je kost wat kost vermijden.
In dit artikel ga ik dieper in op wandelschoenen. We bekijken uit welke materialen een wandelschoen kan bestaan, welke soorten er zijn, hoe je een schoen moet passen en hoe je je keuze maakt in het schier eindeloze assortiment wandelschoenen. Aan schoenenonderhoud zal ik binnenkort een apart artikel wijden.
Inhoud van dit artikel:
Categorieën Klassieke wandelschoenen - Approachschoenen - Trailrunners - Sandalen - Minimalistisch schoeisel

Verschillende voettypes
Geen enkele voet is dezelfde. Jouw eigen voeten zijn daar de beste illustratie van. Er zijn normale voeten, platvoeten en holvoeten, mensen met een natuurlijk hoge wreef of brede voet en nog 101 andere. Ook hebben we geen symmetrische voeten. Iedereen heeft dan ook nog eens een andere loopstijl: sommigen lopen meer op de buitenkant van hun voet (onderpronatie), anderen meer op de binnenkant van de voet (overpronatie). Op de foto hiernaast zie je hoe een zool er kan uitzien na 900 kilometer wandelen met onderpronatie. Dit kan trouwens (deels) gecorrigeerd worden met aangepaste inlegzolen.
Je merkt dus dat schoenkeuze iets heel persoonlijks is. Daarom mag je je bij de aankoop van een wandelschoen niet enkel baseren op beoordelingen van anderen via facebook, magazines, blogs en diverse websites. Het enige dat in die beoordeling misschien interessant kan zijn is hoe praktisch en waterdicht een schoen is. Al het andere is volstrekt nutteloos en draagt niet bij tot tot een makkelijkere keuze.
Onderdelen van een schoen
Een schoen bestaat eigenlijk maar uit twee grote delen, een bovenkant (EN: upper) en een zool.
■ Bovenkant of upper
Voor de bovenkant van een stevige wandelschoen werken fabrikanten bij de constructie vooral met leer. Volnerfleer (EN: full-grain leather) is het meest robuuste leer en is dus zeer duurzaam. Bovendien heeft het een grote waterbestendigheid. Je kan volnerfleer herkennen aan de glans. Er bestaat ook splitleer (EN: split-grain leather) beter bekend onder de namen nubuck, velours of suède en herkenbaar aan het ruwere oppervlak. Splitleer is veel minder duurzaam en vertoont sneller barsten, maar heeft een beter ademend vermogen en is goedkoper dan volnerfleer.
Wandelaars die een veganistische optie verkiezen, kunnen hun gading vinden in schoenen gemaakt van synthetische stoffen, zoals synthetisch leer, nylon, mesh of polyester. Deze zijn over het algemeen veel lichter dan echte leren schoenen en drogen ook sneller. Ze zijn daarentegen weinig duurzaam, maar wel wat goedkoper dan leren schoenen. Schoenen met een "Vegan"-label zijn voor fabrikanten vooral een handig marketinginstrument.
De bovenkant krijgt, behalve een Gore-Tex-membraan aan de binnenzijde (zie verderop), ook nog een hydrofobe behandeling met een zogenaamde DWR, waarover later meer..
■ Zool
De zool van de schoen bestaat meestal uit vier delen: de inlegzool, de binnenzool, de middenzool en de buitenzool. De binnenzool zorgt voor de stijfheid van de schoen. De binnenzool is meestal uit kunststof gemaakt en kan redelijk dik zijn. Een stijve zool zorgt op oneven terrein met veel stenen voor beter wandelcomfort en is dus niet noodzakelijk een nadeel. De binnenzool is niet te verwarren met de inlegzool. Dat is de uitneembare zool die zorgt voor extra comfort. Je kan deze natuurlijk vervangen door op maat gemaakte inleg- of orthopedische zolen indien dat nodig zou zijn. Onder de binnenzool vind je de middenzool die als schokdemper fungeert. Middenzolen worden voornamelijk uit de plastieken polyurethaan (PU) of ethyleen-vinylacetaat (EVA) gemaakt. PU is rigider dan het zachtere EVA en dus veel duurzamer. (Meer over PU en EVA ietsje verderop.) Tot slot is er de buitenzool. Hiervoor wordt meestal (gevulkaniseerd) rubber gebruikt, al dan niet gemengd met koolstof voor een nog hardere zool.
Het monopolie op buitenzolen heeft Vibram, een Italiaans bedrijf. Bekende schoenenmerken zoals Lowa, Meindl, Hanwag, Scarpa en Merrell vertrouwen op het Italiaanse rubber en gebruiken dan ook het hele gamma Vibram-zolen, denk maar aan de Arctic Grip, Mont of XS Trek, in hun assortiment. Niet alle schoenenmerken hebben een Vibram-zool. Vaak gaat het dan om kleinere merken of huismerken van buitensportwinkels zoals Decathlon, die hun eigen zolen ontwikkelen. Maar ook bekende merken, zoals Salomon (Contagrip) of The North Face (Surface Control), ontwikkelen hun eigen zolen. Sommige merken hebben ook zolen die door Vibram gemaakt worden, maar onder een eigen naam verkocht worden. Denk maar aan de Meindl Multigrip.
Afhankelijk van het type schoen zit er ook nog een stootrand rond de schoen. Zeker voor bergschoenen is een degelijke stootrand, uit kunststof of rubber, belangrijk om de schoenen te beschermen tegen schade door stenen en rotsen.
Ik zou nog in detail kunnen gaan over andere technische details van een schoen, maar dat heeft geen directe impact op jouw koopkeuze en bijgevolg zal ik het daar niet over hebben.
Hydrolyse
De meeste wandelschoenen hebben een middenzool gemaakt in PU of EVA. Die laatste heeft als voordeel dat hij een veel zachtere demping geeft en dus is het wandelen erop - zeker in het begin - erg aangenaam. Naderhand verliest EVA evenwel een groot deel van zijn dempend vermogen om het materiaal gewoon samengedrukt blijft. In dat geval heeft PU de bovenhand. Het is over het algemeen minder dempend dan EVA, maar zal langere tijd dempend blijven en dat is dus op de lange termijn beter.

PU heeft echter één groot nadeel: namelijk dat het materiaal kan afbrokkelen door allerlei factoren. Dat heet hydrolyse. Dit proces kan op twee manieren plaatsvinden: er komt vochtigheid in de PU en/of de schoenen worden te lang niet gebruikt. Door hoge temperaturen en UV-straling kan de PU bovendien beginnen uitdrogen en poreus worden, wat de hydrolyse alleen maar versnelt.
Meestal merk je er niks van, totdat de buitenzool van je schoenen valt terwijl je in the middle of nowhere op trektocht bent. In dat geval helpt alleen een stevige tape om de zool tijdelijk vast te plakken tot je weer in de bewoonde wereld bent. De PU begint in het midden van de schoen af te takelen, dus als je het aan de buitenkant kan zien, dan zit je in een vergevorderde fase van de hydrolyse.
Zoals ik ook net schreef: wandelschoenen die niet voldoende gebruikt worden, kunnen te maken krijgen met hydrolyse. Daarom: gebruik de wandelschoenen waarvoor ze dienen en ga wandelen. Klinkt logisch, maar toch wil ik daar de nadruk op leggen. Het moet daarom niet elke dag zijn, maar de PU-middenzool van een schoen die twee jaar lang opgeborgen zit, zal sneller aftakelen dan die van een schoen die elke maand de buitenlucht ziet. Beweging zorgt er immers voor dat de PU 'soepel' blijft en dus niet gaat verharden.

Waterdichtheid
Om schoenen (en kledij) waterdicht te maken wordt er meestal een waterdicht membraan onder de buitenlaag toegevoegd. Eén van de meest bekende membranen is Gore-Tex. Zo zal een met Gore-Tex bewerkte schoen regendruppels buiten houden en de kleinere zweetmolecules doorlaten. Toch maakt Gore-Tex een schoen minder ademend waardoor je dus meer zal zweten bij warmer weer. Dus heb je tijdens een trektocht in warme omstandigheden ademende schoenen nodig.
Schoenen met Gore-Tex kan je aan verschillende dingen herkennen. Enerzijds hebben ze meestal een klein "Gore-Tex"-label aan de buitenkant van de schoen. Aan de binnenkant herken je ze door de grijze liner die het het membraan beschermt tegen vuiligheid en wrijving en waarop je heel vaag de merknaam kan lezen (zie foto hierboven).
De meeste schoenen hebben bij het verlaten van de fabriek ook nog een laagje DWR of Durable Water Repellent. Vrij vertaald is dat een duurzame waterafstotende laag. Deze moet ervoor zorgen dat regendruppels gewoon van je schoenen parelen. De “durable” in DWR is echter allesbehalve duurzaam. Om je schoenen volledig waterdicht te houden moet je ze dus regelmatig opnieuw inspuiten en/of waxen. Het afparelen van regendruppels zorgt ervoor dat de schoen min of meer ademend blijft. Als de upper immers nat wordt, zal de schoen veel minder kunnen ademenen. Beschouw de waterfilm als een extra barrière.
Bepaalde merken hebben hun eigen membraan, zoals Futurelight bij The North Face, Texapore bij Jack Wolfskin of Dry-Line bij Boréal.
Let op: een membraan in een schoen is, afhankelijk van welk soort schoen (o.a. door stevigheid van de zool), niet zo duurzaam dan bij bijvoorbeeld een jas. In een schoen is een kapot membraan moeilijk tot zelfs niet te repareren.
Schadelijk voor mens en milieu
Nog een belangrijke kanttekening betreffende Gore-Tex en DWR-sprays. Zo is Gore-Tex gemaakt van erg schadelijke PFCs, oftewel gepolyfluoreerde chemicaliën. Ook verschillende DWR-sprays kunnen PFCs bevatten. Zowel Gore-Tex als DWR-sprays worden op schoenen en kledij gebruikt.
Verschillende fabrikanten maken er, onder druk van de publieke opinie, intussen werk van om hun assortiment PFC-vrij te krijgen en alternatieve, onschadelijke, waterdichte membranen te produceren. Het Zweede outdoormerk Fjällräven was één van de eersten om het gebruik van PFC te bannen. Sinds 2019 is ook Jack Wolfskin’s assortiment PFC-vrij en merken als The North Face maken momenteel de transitie. Bij de DWR-coatings zijn Nikwax en NST vrij van PFC.
Gore, het bedrijf achter Gore-Tex, heeft zich ertoe verbonden om tegen 2023 zelf alle PFC uit zijn assortiment te halen. Reeds 85% van z’n koopwaar moest tegen eind 2020 zonder het schadelijke PFC op de markt zijn. Maar eind 2021 blijkt dat de firma vertraging heeft opgelopen en dus is dat cijfer van 85% PFC-free nog niet gehaald.